Vrijgesproken in slechtziende bankfraudezaak

De Brugse strafrechter heeft een 80-jarige Ichtegemnaar vrijgesproken in een zaak waarin hij beschuldigd werd van het misbruiken van de toestand van een slechtziende vrouw. Volgens de kleinzoon van het 99-jarige slachtoffer zou de man bijna 150.000 euro aan uitgaven hebben gedaan in tien jaar, maar de rechter achtte dit niet bewezen.

Ontmoeting en vertrouwen

Het verhaal begon in 2003, toen de beklaagde de 99-jarige dame ontmoette tijdens het begeleiden van reizen voor de Christelijke Mutualiteit (CM). Na het overlijden van haar echtgenoot tijdens een van deze reizen, ontwikkelde de weduwe een toenemende vertrouwensband met D.D. In 2008 kreeg hij haar bankkaart om boodschappen te doen, en zes jaar later ontving hij een volmacht over haar rekeningen.

Opmerkelijke beschuldigingen

De kleinzoon van de vrouw werd eind 2020 aangesteld als bewindvoerder en ontdekte naar eigen zeggen onregelmatigheden in de uitgaven. Hij diende een klacht in bij de onderzoeksrechter.

Financiële onregelmatigheden

Volgens burgerlijke partijen haalde D.D. tussen begin 2011 en halfweg september 2020 meer dan 140.000 euro af, zonder deze uitgaven te kunnen verantwoorden. Daarnaast zou hij ook voor 4.000 euro aan aankopen hebben gedaan met de bankkaart van de vrouw. Een in mei 2019 ondertekende zorgvolmacht vermeldde ook een maandelijkse vergoeding van 500 euro voor D.D., wat volgens de partijen onrechtmatig was gezien de slechte gezondheid van het slachtoffer.

Verdediging en tegenargumenten

De verdediging beweerde echter dat de dame tot 2014 zelf cashafhalingen deed, en D.D. pas later deze taak op zich nam. De gelden werden volgens hen gebruikt voor de verzorging van de vrouw en het onderhoud van haar woning. D.D. benadrukte in zijn slotwoord vooral het gebrek aan zorg vanuit haar familie gedurende al die jaren.

Vrijspraak en overwegingen

De rechtbank sprak de Ichtegemnaar woensdagmorgen volledig vrij. Het tijdsverloop maakte het moeilijk om vast te stellen wanneer de burgerlijke partij geen afhalingen meer deed en welke afspraken er waren met de beklaagde. De rechter suggereerde ook dat het mogelijk was dat de vrouw zelf opdracht gaf aan D.D. om dergelijke bedragen af te halen, zoals ze eerder zelf deed. Het dossier ondersteunde bovendien de verklaringen van D.D., en de bewering van onvoldoende informatie bij de notaris werd als “ten zeerste ongeloofwaardig” afgedaan.

Slotwoord

Het proces legde een complexe relatie bloot, waarin vertrouwen, zorg en financiële transacties op gespannen voet stonden. Het gebrek aan familiale betrokkenheid gedurende deze periode werpt ook een schaduw op de zaak. Het vonnis van de rechtbank benadrukt de noodzaak van zorgvuldige documentatie en communicatie in dergelijke situaties.

(Tekst: Andy Vermaut +32499357495 en Serge Jansen van www.westnieuws.be email: contact@westnieuws.be)