Een vernieuwde visie op sportintegriteit
De Vlaamse Regering heeft haar zegen gegeven aan een innovatief voorontwerp van decreet, met als voornaamste doel het bevorderen van een veilig sportklimaat. Dit document, dat op tafel kwam dankzij de inspanningen van viceminister-president Ben Weyts, ziet zichzelf als een evolutie van het eerdere decreet van 20 december 2013. Dit originele document promootte een gezond en ethisch sporten, en de huidige herziening borduurt verder op die principes en voegt moderne inzichten toe.
De zorgplicht: kern van sportintegriteit
Centraal in deze vernieuwde benadering staat het principe van zorgplicht voor sportorganisaties. Het streven? Dat elke sporter in een veilige omgeving kan trainen en presteren, waarbij fysieke, psychische en sociale integriteit gewaarborgd zijn. Sportorganisaties zijn in deze visie de beschermers van de sporters, en dragen een gedeelde verantwoordelijkheid samen met het sportbeleid en de sporters zelf.
Preventie, sensibilisering en kwaliteitsbevordering voorop
Het decreet richt zijn pijlen voornamelijk op voorlichting en bewustmaking, evenals op de ondersteuning en verbetering van de sportsector. Dit alles om een veilig sportklimaat te garanderen. Mocht het nodig zijn, kunnen er echter ook corrigerende of straffende maatregelen getroffen worden. Verder zet het decreet in op de erkenning en financiering van een organisatie die zich wijdt aan het ondersteunen van beleid en praktijkontwikkeling rond veilig sporten.
Tuchtorgaan en focus op grensoverschrijdend gedrag
De oprichting van een overkoepelend tuchtorgaan is eveneens in het vooruitzicht gesteld. Dit orgaan zou zich richten op een onafhankelijke en efficiënte aanpak van overtredingen, specifiek op het gebied van grensoverschrijdend gedrag en dopinggebruik. Daarnaast belicht het decreet de relatie tussen de fitnesssector en de georganiseerde sportwereld, met een speciaal statuut voor fitness.
De weg naar implementatie
Alvorens dit voorontwerp van decreet tot wet verheven wordt, zullen eerst de meningen en adviezen van de SARC en vervolgens van de Raad van State worden ingewonnen.
De SARC is de strategische adviesraad voor het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Vertegenwoordigers uit het maatschappelijke middenveld en onafhankelijke deskundigen treden er in de Algemene Raad of in een van de vier sectorraden in overleg met elkaar over het cultuur-, jeugd-, sport- en mediabeleid in de brede zin van het woord. De adviezen en studies die voortkomen uit dit overleg worden aan de Vlaamse Regering en aan het Vlaams Parlement. De SARC werd opgericht als strategische adviesraad bij het decreet van 30 november 2007 houdende de oprichting van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (B.S. 15 januari 2008). De Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media kiest als roepnaam “SARC”. De oprichting kadert binnen het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (B.S. 19 december 2018).
Voor de legislatuur 2019-2024 zijn de bevoegdheden verdeeld onder drie ministers: Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair management Jan Jambon, Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand Ben Weyts en Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media Benjamin Dalle.
Tekst Andy Vermaut en Serge Jansen van www.westnieuws.be