Er is een oud gezegde dat luidt: “Een wolf kan een tijdje in schapenvacht leven, maar uiteindelijk zal de wolf zijn ware aard onthullen.” Dit gezegde krijgt een verontrustende lading wanneer we een geval als dat van Ichtegem/Koekelare in België onderzoeken.
In dit lugubere schouwspel speelde een 58-jarige man, H.V., de rol van een moderne rover, een wolf in schapenvacht, die zijn giftige klauwen zette in het vlees van degenen die hem het meest vertrouwden: een 93-jarige vrouw en haar mindervalide dochter. Net als in een roman waarin de held wordt verraden door de schurk, werd het vertrouwen dat deze vrouwen in H.V. hadden, geschonden in de meest wrede en ondenkbare zin van het woord.
De geschiedenis kent veel voorbeelden van dergelijke uitbuiting. Het verhaal van de Vos en de Druiven, de Wolf en het Lam, allemaal verhalen waarin sluwe en onrechtvaardige wezens profiteren van de onschuld van anderen. Maar dit is geen fabel; het is een sombere realiteit die zich voor onze ogen afspeelt.
H.V., een man die het vertrouwen van de 93-jarige vrouw won en vervolgens haar bankrekening plunderde, pleegde een daad van zo’n ernstige immoraliteit dat men zich afvraagt of hij ooit een greintje empathie in zijn hart heeft gehad. Als een kind dat in de snoeppot graaft, maakte hij ongestraft gebruik van het geld dat hem was toevertrouwd, met niets anders dan zijn eigen egoïstische begeerten in gedachten.
Hij kleedde zichzelf en zijn hond met haar geld, genoot van lekkernijen uit supermarkten, en terwijl hij door de straten van Knokke en Oostende liep, plukte hij cash uit de muur als een hongerige wolf die zich tegoed doet aan een onschuldig lam. Bovendien bedroog hij de vrouw door haar was en strijk tegen exorbitante prijzen te doen. Als dit niet genoeg was, stal hij ook van de gehandicapte dochter van de vrouw, een gedrag dat in zijn gruwelijkheid de groteske verhalen van rovers en dieven in sprookjes overtreft.
En dan was er de klap op de vuurpijl, een absurd verhaal dat hij opvoerde om zijn acties te rechtvaardigen: een deel van het geld was naar verluidt bestemd voor een missiezuster in India. Een dergelijke bewering is een belediging voor ons allemaal, en het leidt ons af van de ware essentie van de kwestie: dat H.V. twee vrouwen beroofde van hun waardigheid en hun rechten.
Ik moet dit benadrukken: misbruik van vertrouwen is als het voeden van een tijger met je eigen hand, om dan te zien hoe hij je levend verslindt. Het is een van de meest vernietigende vormen van verraad, want het brengt niet alleen economische schade toe, maar ook emotionele en psychologische schade die niet gemakkelijk kan worden gerepareerd.
En toch, in het aangezicht van zo’n flagrante schending van vertrouwen, moeten we lachen om de absurditeit ervan. Het lijkt bijna alsof H.V. een hoofdrol speelt in een verdraaide komedie, een moderne versie van ‘de Vos en de Raaf’, waarin hij zelf de rol van de sluwe vos op zich neemt. Het is als een onhandige goochelaar die probeert een hele olifant te laten verdwijnen, terwijl iedereen kan zien dat het dier achter het gordijn staat. Het is een lachwekkende vertoning, als het niet zo bitter serieus zou zijn.
Natuurlijk, we lachen niet omdat het grappig is. Het is meer een lach van wanhoop, een lach van verbazing over het feit dat er mensen zijn die zo laag kunnen zinken, die zo schaamteloos kunnen zijn in hun misbruik van het vertrouwen van anderen.
In het licht van dit alles zouden we bijna vergeten dat er nog steeds mensen zijn die bereid zijn om het goede te doen, om anderen te helpen zonder er zelf iets voor terug te vragen. Want voor elke wolf in schapenvacht, zijn er nog steeds talloze schapen die het goede voorbeeld geven, die zich niet laten leiden door hebzucht en egoïsme, maar door medeleven en liefde.
Laten we dus niet vergeten dat we, ondanks de duistere realiteit die dit verhaal ons voorschotelt, ook het vermogen hebben om het goede in de wereld te bevorderen. Laten we het vertrouwen in de mensheid niet verliezen. Want voor elke wolf in schapenvacht, zijn er nog steeds talloze schapen die het goede voorbeeld geven. Laten we niet vergeten dat er ook helden zijn, die zichzelf opofferen voor het welzijn van anderen, die strijden tegen de wolven in schapenvacht. Laten we hopen dat de gerechtigheid zal zegevieren, en dat de ware aard van de wolf uiteindelijk aan het licht zal komen.
En tot slot, laten we lachen, omdat humor, zelfs in de donkerste tijden, ons kan helpen om het leven met een glimlach tegemoet te treden. Het verhaal van H.V. is inderdaad tragisch, maar het herinnert ons er ook aan dat we, ondanks alles, niet mogen vergeten om te lachen. Want lachen, zelfs in de donkerste tijden, is een daad van verzet tegen de wolven in schapenvacht die proberen ons vertrouwen te schenden. Laten we dus lachen, niet omdat we het misbruik van vertrouwen goedkeuren, maar omdat we geloven in een betere wereld, een wereld waarin wolven in schapenvacht niet langer welkom zijn. ( Andy Vermaut & Serge Jansen Westnieuws.be )