Vanmorgen, tijdens het even scrollen op Facebook, stuitten wij met Westnieuws.be op een artikel dat gedeeld werd door een priester uit de Westhoek. Het betreft een bericht uit de Gazet van Antwerpen met de alarmerende titel: “Elke week worden 36 gezinnen op straat gezet, ook al ligt er 25 miljoen euro hulp klaar”. Het artikel vermeldt dat in het afgelopen jaar in Vlaanderen 1.906 huurders hun woonst verloren, voornamelijk vanwege huurachterstanden. Ondanks de beschikbaarheid van een fonds dat bedoeld is om huisuitzettingen te voorkomen, blijkt dit fonds nauwelijks aangewend te worden. Het is verontrustend om te lezen dat, ondanks beschikbare middelen, zoveel gezinnen hun thuis verliezen.
Het is inderdaad schrijnend om te vernemen dat er in een welvarend gewest als Vlaanderen wekelijks 36 gezinnen hun thuis verliezen, voornamelijk door huurachterstand. Dit cijfer roept meteen een aantal vragen en bedenkingen op, zeker in het licht van de beschikbaarheid van een fonds dat bedoeld is om dit soort situaties te vermijden.
De complexiteit van de huurmarkt
Een eerste punt van aandacht is de complexiteit van de huurmarkt. Er zijn verschillende redenen waarom mensen hun huur niet kunnen betalen. Dat kan variëren van plotseling inkomensverlies, ziekte, onvoorziene uitgaven tot persoonlijke problemen zoals verslaving of mentale gezondheidsproblemen. Deze complexiteit vereist een geïndividualiseerde aanpak waarbij de onderliggende oorzaken worden aangepakt. Een algemeen fonds is zeker waardevol, maar de toepasbaarheid en effectiviteit daarvan hangen sterk af van de specifieke omstandigheden van de betrokken huurders.
Het fonds en zijn beperkingen
Dat er 25 miljoen euro in een fonds zit dat bedoeld is om huisuitzettingen te voorkomen, en dat dit fonds nauwelijks wordt benut, is zorgwekkend. Het roept vragen op over de toegankelijkheid, bekendheid en criteria van dit fonds. Zijn er te strenge voorwaarden verbonden aan het verkrijgen van hulp uit dit fonds? Zijn huurders en verhuurders wel op de hoogte van het bestaan en de mogelijkheden van dit fonds? En zo ja, waarom maken ze er dan geen gebruik van?
De rol van de overheid
Een inwoner uit Klerken kaart hierbij terecht aan dat we in een welvaartsstaat leven en dat de overheid een bepaalde verantwoordelijkheid heeft naar haar burgers toe. De regering zou inderdaad proactiever kunnen optreden om te zorgen dat dit soort situaties worden voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door betere voorlichting over het bestaande fonds, het versoepelen van de voorwaarden, of door een samenwerking met maatschappelijke organisaties die in direct contact staan met kwetsbare huurders.
Naar een duurzame oplossing
Op de lange termijn zou het ook waardevol zijn om te kijken naar duurzamere oplossingen. Denk aan betaalbare huisvesting, betere financiële educatie, en preventieve maatregelen om huurachterstand te voorkomen. Ook zou er meer aandacht kunnen zijn voor vroegtijdige signalering van problemen en interventie, zodat huurachterstanden niet oplopen tot het punt dat uitzetting de enige optie lijkt.
Het is onaanvaardbaar dat in een welvarend gebied als Vlaanderen wekelijks tientallen gezinnen hun thuis verliezen, vooral als er middelen beschikbaar zijn om dit te voorkomen. Het vraagt om een dringende en grondige herziening van het systeem, met een focus op preventie, voorlichting, en duurzame oplossingen. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid, maar ook van de hele samenleving, om te zorgen dat niemand in de kou komt te staan.
( Tekst Andy Vermaut en Serge Jansen van www.westnieuws.be )