Europees parlement daagt Europese Commissie voor het gerecht in strijd over vrijgave van Hongaarse fondsen

De juridische confrontatie tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie markeert een cruciaal moment in de strijd om de rechtsstaat binnen de EU. Terwijl het Parlement gerechtelijke helderheid zoekt, blijft de vraag of de vrijgave van fondsen aan Hongarije een schending vormt van de Europese waarden een open debat. De uitkomst van deze zaak zal ongetwijfeld verreikende implicaties hebben voor de toekomst van de Europese Unie.

Brugge, 14 maart 2024 – Het Europese politieke toneel staat op scherp na de aankondiging dat het Europees Parlement formeel juridische stappen onderneemt tegen de Europese Commissie. Het geschil? De vrijgave van €10,2 miljard aan bevroren middelen aan Hongarije, een zaak die het hart van de Europese waarden en de principes van rechtstaat raakt.

Op een ochtend in maart, onder goedkeurend oog van Roberta Metsola, voorzitter van het Europees Parlement, en de leiders van de politieke fracties, werd het besluit bekrachtigd om de Europese Commissie voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen. De inzet: de naleving van de Europese wetgeving en de integriteit van de besteding van belastinggeld.

Kern van het conflict

De wortel van de onenigheid ligt in de beslissing van de Commissie van december vorig jaar, waarbij €10,2 miljard aan cohesiefondsen voor Hongarije werd vrijgegeven. Fondsen die waren opgeschort wegens aanhoudende tekortkomingen in de rechtsstaat in het land. Deze beslissing kwam ondanks waarschuwingen en kritieken van zowel het Parlement als maatschappelijke organisaties dat de door Boedapest doorgevoerde hervormingen niet volstonden.

Een delicate dans om macht en principes

De vrijgave van de fondsen vond plaats aan de vooravond van een cruciale EU-top, waarbij de Hongaarse premier Viktor Orbán dreigde met vetorechten over belangrijke akkoorden betreffende Oekraïne. Een beweging die door velen wordt gezien als een politieke manoeuvre die de principes van de EU ondermijnt. Het Parlement spreekt van “geen toegevingen aan chantage” en benadrukt dat de strategische belangen en waarden van de EU onverhandelbaar zijn.

Een zaak van gerechtigheid en onafhankelijkheid

De aanklacht van het Parlement legt bloot hoe diep de kloof is tussen de institutionele visies op de naleving van de Europese waarden. Met de stap naar het gerecht zoekt het Parlement naar juridische helderheid en bevestiging dat de Commissie haar beslissingen baseert op solide gronden die in overeenstemming zijn met de Europese verdragen.

Wettelijke noodzaak?

Ter verdediging stelt de Commissie dat de vrijgave van middelen een wettelijke noodzaak was, gebaseerd op de hervormingen die Hongarije had doorgevoerd, met name gericht op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De Commissie beweert te hebben gehandeld binnen de strikte kaders van de EU-wetgeving en is bereid haar beslissing voor het gerecht te verdedigen.

Vooruitkijkend

Terwijl Brussel nog steeds bijna €12 miljard aan cohesiefondsen en het grootste deel van Hongarije’s €10,4 miljard aan herstel- en veerkrachtfondsen achterhoudt, zet deze juridische strijd de verhoudingen op scherp. Het onderstreept de complexiteit van de Europese samenwerking, waarbij de naleving van gedeelde waarden en normen voortdurend wordt afgewogen tegen politieke realiteiten.

Auteurs tekst: Andy Vermaut +32499357495 en Serge Jansen +32468334833 van www.westnieuws.be email: contact@westnieuws.be