De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft in kort geding de kant gekozen van twee voormalige hoge ambtenaren van de Kamer die weigeren terug te betalen en zich verzetten tegen de vermindering van hun uitkeringen. Is dit een bron van inspiratie voor voormalige voorzitters van de vergadering? Een dramatische wending? In de zaak van de “overpensioenen” (of aanvullende pensioenuitkeringen) die aan voormalige voorzitters, hoge ambtenaren en afgevaardigden van de Kamer zijn toegekend, is gebleken dat het buitengewoon moeilijk zou zijn voor het Parlement om het “te veel betaalde” terug te vorderen. Deze veronderstelling werd bevestigd door een eerste gerechtelijke uitspraak, verkregen in kort geding, door twee van deze voormalige ambtenaren en onthuld door “De Morgen” en “Het Laatste Nieuws”: de rechtbank oordeelde dat de Federale Pensioendienst hun maandelijkse uitkeringen voorlopig niet mag verminderen.
Het naderende proces
Het was een beslissing die de Federale Pensioendienst uit eigen beweging had genomen. De voormalige functionarissen werden hiervan in april per brief op de hoogte gebracht. Voor de acht hoge functionarissen bedraagt het totale bedrag dat te veel zou zijn ontvangen 5,9 miljoen euro, een bedrag dat ook van hen werd gevraagd om terug te betalen. Het proces is echter nog verre van afgelopen: er is ook een zaak geopend bij de rechtbank van Brussel over de grond van de zaak. Het eerste vonnis wordt verwacht in de herfst.
Ook voormalige parlementsvoorzitters betrokken
We praten over voormalige functionarissen, maar ook vijf voormalige voorzitters van de Kamer zijn betrokken (Charles-Ferdinand Nothomb is inmiddels overleden). Zoals Siegfried Bracke (N-VA), die altijd heeft geweigerd de ontvangen vergoeding van 126.000 euro terug te betalen. Deze gerechtelijke beslissing zou hen ook op ideeën kunnen brengen in termen van beroep? Het kan in ieder geval positieve gevolgen voor hen hebben.
Herman De Croo: “Ik heb niets verkeerds gedaan”
Raymond Langendries (Les Engagés, die zelf ongeveer 170.000 euro ontving) nam nota van de redactie, maar weigerde donderdag commentaar te geven. Hij verduidelijkte dat hij geen juridische stappen had ondernomen. Dit was ook niet het geval bij Herman De Croo (Open VLD) die van juli 1999 tot juli 2007 voorzitter was van de Kamer. Hij had zich onderscheiden door een snelle terugbetaling van 210.000 euro toen de zaak aan het licht kwam. Dit betekende echter niet dat hij toegaf dat hij enige fout had gemaakt of dat hij niet al zijn rechten behield.
Een verwachtte brief
“Ik wil erop wijzen dat ik op geen enkele manier betrokken was bij de toekenning van deze vergoeding. Het was het College van Quaestoren dat deze beslissingen nam in 1998 en 2003”, benadrukt de minister van staat, die nog steeds wacht op een brief van de Kamer die bevestigt dat hij niets verkeerds heeft gedaan. “Het Bureau van de Kamer kwam eind mei samen en beval aan om te bevestigen dat ik onschuldig was. Het is nu augustus en ik wacht nog steeds. Ik heb grote moeite met de stilte van de Kamer, die ik vind dat ze deze zaak lichtvaardig heeft behandeld.
De nasleep
Herman De Croo zegt nog steeds buitengewoon boos te zijn over deze situatie. “Het is onbeleefd, het ontbreekt aan manieren, het is schandalig, het is beneden peil. Ik ben gekwetst, geschokt. Ik zal hen nooit vergeven wat ze me hebben aangedaan”, zegt hij nog steeds zeer bitter, onderstrepend dat “een deel van zijn leven is gebroken”. “Ik heb te veel terugbetaald”, voegt hij eraan toe, gezien de evolutie van de zaak voor de rechtbank. “Toen ik besloot terug te betalen, deed ik dat met de zekerheid dat ik niets verkeerds had gedaan. Ik heb een politieke carrière van 65 jaar, een aanwezigheid van 51 jaar in de Kamer. Er is geen enkele regel gedurende al die tijd die suggereert dat ik iets te verwijten heb, financieel of anderszins. Heb ik te snel terugbetaald? Ik deed het uit schok en woede en ik heb zeker te veel terugbetaald, omdat ik belastingen heb betaald over deze aanvullende vergoedingen. Ik ben het zat om mijn naam geassocieerd te zien met deze zaak waar ik niets meer van wil horen.” Maar het is een zaak waar we waarschijnlijk nog lang over zullen horen in de gangen van de rechtspraak en de Kamer.
( Tekst Andy Vermaut en Serge Jansen van www.westnieuws.be )